Het kniegewricht bestaat uit de verbinding van bovenbeen, scheenbeen en knieschijf, gewrichtsbanden, kruisbanden en menisci. Het kniegewricht is een scharniergewricht, wat betekent dat het kniegewricht in één richting kan bewegen (strekken en buigen).
Het kniegewricht dankt zijn stabiliteit voornamelijk aan de sterke en strakke kniebanden en kruisbanden. Deze banden houden de botstructuren strak bijeen. Wanneer de knie gestrekt is, is het redelijk stabiel door een behoorlijk groot contactvlak van het bovenbeen in de ondiepe kom van het scheenbeen. De menisci dragen door hun vorm en structuur ook bij aan deze stabiliteit en zorgen er voor dat het buigen en strekken soepel verloopt. De gewrichtsbanden aan de zijkanten van de knie zorgen voor de zijdelingse stabiliteit. De kruisbanden, die zich in het gewricht bevinden, zorgen voornamelijk voor de stabiliteit in voorwaartse en achterwaartse bewegingen van de knie. Aan de voorkant van de knie zit de knieschijf. Deze zorgt ervoor dat de grote beenstrekkende spier soepel over de knie kan glijden.
Draaibewegingen in de knie zijn in gestrekte stand zijn bijna niet mogelijk.Wanneer de knie gebogen wordt, ontspannen een aantal structuren in het kniegewricht, zodat de “stijve” knie uit het slot komt en bewegingen toelaat. De knie kan hierdoor optimaal worden gebruikt in samenwerking met de omringende spieren, zoals de bovenbeenspieren. Sprinten, springen, rotatiebewegingen, hurkzit, schijnbewegingen en veel gecombineerde bewegingen zijn dan mogelijk. Pas bij abnormale bewegingen zal er schade kunnen ontstaan.
Oorzaak
De meeste knieklachten ontstaan tijdens het sporten. Soms is een schop tegen de knie of een ongeluk de oorzaak van knieletsel. Maar meestal worden knieklachten veroorzaakt door verdraaiing van de knie. Daarbij blijft het onderbeen staan terwijl de rest van het lichaam één kant opdraait of wanneer de voet vast blijft staan en het onderbeen één kant opdraait. Letsel van de collaterale banden (gewrichtsbanden) komen het meest voor. Knieklachten kunnen ook ontstaan door overbelasting. Bijvoorbeeld wanneer een voet of enkel tijdens het staan en lopen naar binnen zakt, draait ook het onderbeen één kant op. Hierbij raken de binnenbanden van de knie vaak overbelast.
Artrose of slijtage, ook een vorm van overbelasting, zien we vaker bij oudere mensen of bij mensen die in hun leven veel zwaar werk hebben verricht. Door de overbelasting slijt het gewrichtskraakbeen, waardoor het een onregelmatig oppervlak krijgt.
Klachten
Bij blessures of letsels aan de knie zien we vaak een snel optredende zwelling die zeer pijnlijk is. Ook kunnen er klachten zijn van instabiliteit of dat de knie niet meer kan bewegen. Klachten van iemand met artrose zijn: pijn bij bewegen, startstijfheid en een verminderde beweeglijkheid van de knie en verandering van vorm.
Podotherapeut
Een podotherapeut kan tijdens het onderzoek de stand en afwikkeling van de voet, enkel en knie controleren. Wanneer tijdens het lopen de enkel te veel naar binnen knikt of naar buiten, heeft dit effect op de knie en de structuren rondom de knie. De podotherapeut kan dan de voetstand of voetafwikkeling corrigeren met behulp van podotherapeutische zolen en/of u een goed schoenadvies geven.