Er zijn verschillende soorten wratten. Iedereen kent de gewone wratten: ruw aanvoelende knobbeltjes die vooral op de handen voorkomen, maar ook op andere plaatsen kunnen zitten. Voetwratten zijn vaak platte wratten die met een eeltlaagje in de voetzool zitten.
Ontstaan
Wratten worden veroorzaakt door een virus. Als dit virus in contact komt met uw huid, kunt u een wrat krijgen. Het is niet bekend waarom de één wel wratten krijgt en de ander niet. Het wrattenvirus komt overal voor, maar voelt zich vooral thuis in een vochtige omgeving. Veel mensen denken dat vloeren in gymzalen een bron van besmetting kunnen zijn. Volgens onderzoeken echter heeft het laten gymen op blote voeten geen invloed op het ontstaan van wratten. Natte vloeren in zwembaden en gemeenschappelijke douche- of wasruimten kunnen mogelijk wel een rol spelen bij besmetting. Wratten zijn onmogelijk te voorkomen!
Kan het kwaad?
Wratten zijn onschuldig. Voetwratten geven soms pijn of last bij het lopen. De meeste wratten verdwijnen vanzelf binnen twee tot vijf jaar. Een enkele keer blijven ze jarenlang zitten. Het is ook niet bekend waarom de één er snel van af is en de ander niet. Als u wratten heeft, kunt u er het beste van afblijven.
Behandeling
Wratten hoeven alleen maar behandeld te worden als ze last bezorgen. Als u twijfelt of een bobbeltje een wrat is, maak dan een afspraak met uw huisarts. Bij pijn, irritatie of `in de weg zitten` is behandeling wel gewenst. Men kan de wratten eerst behandelen met een wrattentinctuur waardoor ze na enige tijd geleidelijk verdwijnen. De methode is niet pijnlijk. De tinctuur is verkrijgbaar bij drogist en apotheek. Wanneer met deze behandelingsmethode de wratten niet verdwijnen, kan behandeling door de huisarts plaatsvinden. De behandeling kan bestaan uit het opbrengen van een zalf, tinctuur of aanstippen met vloeibare stikstof. Bij het aanstippen met vloeibare stikstof wordt de wrat bevroren. Er ontstaat een blaar onder de wrat en na 1 à 2 weken valt de wrat eraf. De behandeling kan wel pijnlijk zijn en moet nogal eens herhaald worden.
Podotherapeut
Wanneer een wrat op een plaats zit waar deze pijnlijk is en ook het lopen beïnvloedt, is het mogelijk de wrat middels een orthese of inlegzool drukvrij te leggen.
De wervelkolom strekt zich uit van de basis van de schedel tot de onderkant van de billen en bestaat uit meer dan dertig aparte botstukken, de wervels. Dit zijn zeven halswervels, twaalf borstwervels, vijf lendewervels, vijf heiligbeenwervels die vergroeid zijn tot het heiligbeen en vijf staartwervels die vergroeid zijn tot het staartbeen.
Tussen twee aan elkaar grenzende wervels zitten openingen waardoor de zenuwen lopen. De wervels zijn met elkaar verbonden door sterke banden, ligamenten genoemd. Tussen de wervels zitten veerkrachtige tussenwervelschijven. Elke schijf bestaat uit een stevige vezelachtige buitenkant met binnenin een geleiachtige stof.
Van opzij gezien heeft de wervelkolom een S-vorm die in stand wordt gehouden door de rug- en buikspieren. Een gezonde wervelkolom geeft steun aan uw lichaam en zorgt ervoor dat u rechtop kunt lopen. Ook zijn uw armen via de schouders en uw benen via het bekken aan de wervelkolom verbonden. Een andere belangrijke functie van de wervelkolom is de bescherming van het ruggenmerg. Het ruggenmerg werkt als een schakelkast waar door zenuwcellen elektrische prikkels worden verzameld en verspreid in opdracht van onze hersenen.
Verschillende houdingen
Verschillende houdingen en bewegingen van de rug veroorzaken drukveranderingen op de tussenwervelschijf. Vooral de bewegingen van de rug waarbij een bolle houding wordt aangenomen geeft een uitpuilend effect van de tussenwervelschijf naar achteren. Van hieruit valt enigszins te verklaren dat bij rugklachten waarbij de tussenwervelschijf de irritatie veroorzaakt, het gaan liggen pijnverlichting geeft en het langdurig zitten in een lage en zachte stoel vaak meer klachten veroorzaakt. Voorover gebogen houdingen veroorzaken ook een hoge druk in de tussenwervelschijf en spanning in de rugspieren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het werken bij een laag aanrechtblad. Aangeboren afwijkingen en standcompensaties in zijwaartse richting (scoliose) kunnen ook op de lange duur hoge- of lage rugklachten veroorzaken.
Om de wervelkolom in balans te houden bovenop het bekken, zijn tal van grote en kleine spieren continu bezig met spannen en ontspannen. Is er onbalans of scheefstand in de wervelkolom, dan zullen bepaalde spieren meer aanspannen. Hiermee trekken de spieren de rug en het hoofd terug naar een positie waarin ons hoofd min of meer recht staat volgens onze horizon.
Podotherapeut
De podotherapeut bekijkt of er een oorzakelijk verband is tussen de klacht en uw houding. Met podotherapeutische zolen kan de samenwerking (functionaliteit) tussen onder- en bovenlichaam beter op elkaar afgestemd worden, wat weer effect heeft op uw totale houding. “Recht” maken is dus niet per definitie het uitgangspunt.
Het enkelgewricht vormt de verbinding tussen voet en onderbeen. De enkelbanden, gewrichtskapsel en pezen houden de voet en onderbeen bij elkaar en geven stevigheid aan het enkelgewricht. Bij een verzwikking worden de spieren en pezen die langs de enkel lopen overrekt. Bij een verstuiking (dit is erger) worden de enkelbanden overrekt, meestal aan de buitenkant.
Ontstaan
Iedereen kan een enkelblessure oplopen. Meestal gebeurt dit door een onverwachte, verkeerde beweging waarbij de voet te ver naar binnen of naar buiten omklapt. Sommige activiteiten geven meer kans op een verzwikking; bijvoorbeeld zaalsporten of lopen op een bospad, kinderen tijdens het spelen. Sommige mensen hebben regelmatig last van een verzwikte enkel door de bouw of bewegelijkheid van hun voet.
De meeste enkel verzwikkingen of verstuikingen ontstaan doordat de voet naar buiten omklapt. Naar binnen zwikken komt zelden voor.
Klachten
Een verstuikte enkel doet in het begin vaak zo zeer dat je er niet op kunt lopen. Dit is normaal en heeft als functie dat de enkel genoeg rust krijgt om te herstellen.
Klachten ontstaan wanneer de spieren, pezen of de enkelbanden overrekt worden. Door het overrekken kunnen er ook kleine scheurtjes ontstaan. Soms scheurt de hele enkelband, daarbij gaan er bloedvaatjes stuk wat ervoor zorgt dat de enkel dik en blauw wordt.
Behandeling van de verzwikte enkel
Om het herstel te bespoedigen, is het belangrijk de zwelling zoveel mogelijk te beperken. Daarvoor volgt u na een verstuiking de RICE-regel. De vier letters staan voor:
- Rest (rust): ontzie de enkel en probeer er zo weinig mogelijk op te staan. Bij staan steunt u zo min mogelijk op de verstuikte enkel.
- Ice (ijs): koel de enkel minstens 15 minuten. Gebruik hiervoor een cold-pack, een washandje met ijsklontjes of stromend, koud water. Leg altijd een theedoek of dunne handdoek tussen uw huid en het ijs om verbranding te voorkomen.
- Compression (drukverband): na het koelen geeft een drukverband de enkel stevigheid en tegendruk tegen de zwelling.
- Elevation (verhoging): hou de enkel zo veel mogelijk omhoog (vooral de eerste 48 uur). Dan blijft de vochtophoping in de enkel beperkt.
Podotherapeut
De podotherapeut komt vaak pas in actie als het natuurlijke herstelproces niet voldoende is voor een volledig herstel. Vaak ontstaan er als gevolg van de zwikbeweging blokkades in de voet. Dit leidt dan tot instabiliteit en krachtverlies en een veranderd bewegingspatroon van de voet. Indien dit klachten rond de enkel blijft veroorzaken en het herstelproces vertraagt, kan de podotherapeut met een zooltherapie de enkel stabiliseren en eventueel in geval van blokkades de voet manipuleren.
Sommige mensen verzwikken hun voet regelmatig. Wanneer dit het gevolg is van een afwijkende voetstand, kunnen podotherapeutische zolen en manipulaties uitkomst bieden.
Het Tractus Iliotibialis Frictiesyndroom is één van de hoofdoorzaken van kniepijn bij hardlopers. De tractus iliotibialis is een peesplaat aan de buitenzijde van het dijbeen. Deze band loopt van de buitenzijde van het bekken over de heup en knie en hecht aan net onder de knie. De tractus iliotibialis is belangrijk voor het stabiliseren van het kniegewricht tijdens hardlopen. Hierbij beweegt de band van achter het dijbeen in voorwaartse richting en wrijft hierbij over de puntige knobbel aan de zijkant van de knie. Door het constante wrijven kan de band gaan ontsteken.
Oorzaak
Frictie geeft eigenlijk al aan dat we hier te maken hebben met klachten die ontstaan door overbelasting. Deze overbelasting kan onder andere ontstaan door:
- Een enkel die naar binnen zakt (overproneren) waardoor de knie meer naar binnen draait. Hierbij wordt de tractus strakker aan getrokken als deze over de knie beweegt.
- O-benen brengen de tractus meer op spanning.
- Beenlengte verschil
- Ruime kniebanden
- Schoeisel. Slechte schokdemping of instabiliteit waarbij de voet en knie, naar buiten zakt.
- Wegdek. Als je, bijvoorbeeld, steeds aan dezelfde kant van een bolle weg loopt. Het linker- of rechterbeen wordt op die manier namelijk in een o-stand gedwongen.
Klachten
De pijn is meestal gelokaliseerd aan de buitenzijde van de knie. De pijn kan variëren van een doffe tot een scherpe, stekende pijn. Ook kan de slijmbeurs ( bij de heup) pijnlijk zijn tijdens het lopen of bij lokale druk.
Podotherapeut
Een podotherapeut onderzoekt of uw klachten voortkomen uit een voetstandafwijking, uw looppatroon of schoeisel.
De podotherapeut kan u adviezen geven met betrekking tot de dagelijkse bezigheden of een schoenadvies. Daarnaast kan de podotherapeut middels een zooltherapie uw voetstand of looppatroon corrigeren.
Het tarsale tunnel syndroom komt overeen met het meer bekende carpale tunnel syndroom (bij de pols) en wordt veroorzaakt door beknelling van een zenuw: de nervus tibialis. De nervus tibialis volgt een lange, kronkelige route vanaf de rug via de achterkant van het been naar de enkel. Vlak boven de enkel draait de zenuw naar binnen naar de binnenenkel toe. Daar ligt de nervus tibialis, samen met een slagader, tussen drie pezen in. Dit alles wordt strak bij elkaar gehouden door een stevige band (het ligament laciniatum) aan de binnenzijde van de enkel. De zenuw loopt als het ware door een tunnel; de tarsale tunnel.
Oorzaak
Doordat de zenuw omringt is door pezen van grote spieren, kan een van deze pezen(of meerdere) druk veroorzaken op de zenuw in de tarsale tunnel. De tarsale tunnel kan bij letsels van de enkel, maar ook door standafwijkingen van de voet en enkel nauwer worden.
Klachten
Takjes van de zenuw, lopen van de binnenenkel naar het hielbeen en naar de onderkant van de voet, en kunnen dan pijn, tintelingen en soms een doof gevoel veroorzaken. Het heffen van de voet en het naar binnen knikken van de enkel veroorzaken ook vaak pijnklachten. De klachten treden vooral ‘s avonds en ‘s nachts op, voornamelijk na lang staan en hardlopen. In de ochtenduren zijn er meestal weinig klachten.
Podotherapeut
In een onderzoek kan de podotherapeut achterhalen waardoor de beknelling van de zenuw optreedt. Meestal ligt de oorzaak bij een standsafwijking. Het naar binnen zakken of knikken van voet en enkel kan de podotherapeut middels een zooltherapie corrigeren. Hierdoor vermindert de druk op de zenuw en nemen de klachten snel af.
Het onderbeen bestaat uit het scheenbeen aan de binnen-voorzijde en het kuitbeen aan de zij-achterkant. De twee beenderen worden verbonden door een sterke bindweefselplaat. Onderaan vormen het scheenbeen en het kuitbeen de benige onderdelen van respectievelijk binnen en buitenenkel. De beenderen worden omhuld door een dun beenvlies, dat goed doorbloed is en zeer gevoelig.
Aan het onderbeen ontspringen een aantal spieren. De diepe kuitspier, de achterste scheenbeenspier en de lange teenbuigspier zijn de belangrijkste. Al deze genoemde spieren spelen een rol bij Shin-Splints, waarbij sprake is van irritatie van het beenvlies op de plaats van de aanhechting van de genoemde spieren aan het bot. Hierbij kan het ook gaan om een ontstekingsreactie.
Oorzaak
Het ontstaat vaak bij loopsporten waarbij de voet teveel naar binnen beweegt (overpronatie). Dit kan komen door verkeerd of te slap schoeisel, verkeerde looptechniek of afwijkende voetstand/-afwikkeling.
Klachten
De voornaamste klacht is pijn en wordt meestal gevoeld op de onderste helft van het scheenbeen aan de binnenzijde. De pijn kan ook lager, tot aan de binnenenkel, worden gevoeld. Of hoger, zelfs tot aan de knie. De pijn is scherp van karakter en er worden ‘steken’ aangegeven. De pijn wordt gevoeld bij de landing en ook wel bij de afzet. Soms is het voelbaar bij het hurken. Aanraking geeft veel pijn, bv. als de benen over elkaar worden gelegd. De pijn kan heviger worden bij een lager looptempo.
Afhankelijk van de ernst van de klachten kan met hardlopen worden doorgegaan. Vaak is de pijn daar echter te hevig voor. Ondanks een rustperiode komen de klachten meestal weer terug als geen aanvullende behandeling wordt ingesteld. Een enkele keer kan er sprake zijn van een licht oppervlakkige zwelling ter plaatse van de pijn en wordt er door de loper een ‘strengetje’ gevoeld.
Podotherapie
Een podotherapeut houdt met alle facetten van het probleem rekening. Niet alleen alledaagse activiteiten worden besproken, maar ook zeker sportspecifieke aspecten. Vanwege de veelzijdigheid van het probleem zijn er verschillende therapieën mogelijk, men moet denken aan sportinlegzolen, schoenadvies, tijdelijke ontlasting in combinatie met fysiotherapie, loopadvies etc.
Posttraumatische dystrofie (PD) is een complicatie die na een letsel of een operatie aan een lidmaat, arm of been, ontstaat. De ernst ervan staat los van de ernst van het letsel. Zo kan een klein letsel, bijvoorbeeld een kneuzing van de hand, een ernstige vorm van PD geven. Een zwaar letsel, zoals een gecompliceerde enkelbreuk, kan in lichte mate PD tot gevolg hebben.
PD is een van de belangrijkste oorzaken van functieverlies en invaliditeit na ongevallen of operaties aan een lidmaat. Alle weefsels en alle functies van een arm of been kunnen door PD worden aangetast. Er kan ernstige invaliditeit en moeilijk te behandelen pijn optreden. De patiënt kan in een maatschappelijk en sociaal isolement terecht komen.
Jaarlijks krijgen 8.000 mensen deze complicatie na een letsel. In enkele gevallen ontstaat PD spontaan. Het overgrote deel van de 8.000 mensen geneest binnen korte tijd, veelal zonder restverschijnsel. De overige patiënten krijgen te maken met een langdurige of zelfs chronische situatie. Naar schatting zijn er tenminste 20.000 chronische PD-patiënten in Nederland. Posttraumatische dystrofie is een aandoening die bij alle leeftijden voor komt, maar vaker bij mensen tussen de 45 en 60 jaar en meer bij vrouwen (75%) dan bij mannen. Ook is het een aandoening die wereldwijd wordt aangetroffen. Posttraumatische dystrofie is in Nederland ook bekend onder de namen Sudeck Dystrofie (of Atrofie) en Sympathische Reflex Dystrofie.
Oorzaak / Theorieën
Er is een aantal theorieën over het ontstaan van PD waarbij de theorie over de (over)reactie van het sympathisch zenuwstelsel en de ontstekingstheorie op de voorgrond staan.
Psychosociale theorie
Er is geen wetenschappelijke bewijs geleverd die de theorie staaft. Uit onderzoeken blijken geen verschillen te bestaan tussen persoonlijkheidsstructuren bij patiënten met en zonder PD.
Inactiviteits theorie
Uit onderzoek blijkt dat PD-patiënten echter niet in staat zijn om te oefenen omdat er onvoldoende zuurstof wordt opgenomen in de spieren van het aangedane lidmaat. Spierarbeid is niet mogelijk, en PD-patiënten kunnen dan ook niet intensief oefenen.
Sympathische reflex theorie
Een overreactie van het sympathisch zenuwstelsel. Niet alle verschijnselen van PD kunnen vanuit deze stoornis worden verklaard.
Abnormale ontstekingsreactie theorie
Een abnormale (steriele) ontstekingsreactie waarbij zuurstofradicalen een grote rol spelen. Er zouden teveel zuurstofradicalen worden gevormd waardoor gezond weefsel beschadigd wordt. Het normale herstelproces zou uit de hand lopen en tot schade aan gezond weefsel leiden.
Theorie en bewijs: lokale neurogene ontsteking
Er wordt vanuit gegaan dat op basis van weefselschade er een ontstekingsreactie tot stand komt die primair tot doel heeft tot genezing te leiden, maar echter op hol slaat.
Bewijsvoering: er is aangetoond dat bij posttraumatische dystrofie sprake is van een lokale neurogene ontsteking.
Klachten
Posttraumatische sympatische ontregeling in een extremiteit na een trauma of operatie.
Bestaat uit 3 stadia:
- acuut stadium (warme stadium) ontstekingsverschijnselen, bewegingsbeperking, toename van haar- en nagelgroei en een droge huid.
- stadium (koude stadium) overmatige sympathicusactiviteit (koude, vasoconstrictie, cyanose en een glanzende, klamme huid) afname van haar- en nagelgroei en toenemende plaatselijke osteoporose.
- irreversibel stadium; atrofie van spier- en botweefsel en gewrichtsverstijving, altijd aanwezige pijn die verergert door activiteit van het aangedane lichaamsdeel, allodynie, hyperalgesie, hyperpathie, algodystrofie.
Posttraumatische dystrofie is een zeer ernstig te nemen aandoening die nog onvoldoende wordt begrepen.
Bron: Nederlandse Vereniging van Posttraumatische Dystrofie Patiënten
Een Mortonse neuralgie is een zenuwbeknelling tussen twee middenvoetsbeentjes. De beknelde zenuw raakt hierdoor geïrriteerd . Meestal betreft het de zenuw tussen het 3e en 4e middenvoetsbeentje. Wanneer de zenuw erg geïrriteerd is, kan hij opzwellen waardoor de kans groter wordt om tussen de middenvoetsbeentjes klem te komen zitten. Het probleem ontstaat vaak op deze plek omdat hier twee zenuwbanen samen komen.
Ontstaan
De oorzaak van deze aandoening kan velerlei zijn. Vaak is een afwijkende voetstand debet aan het begin van de klachten. Ieder vorm van compressie, zoals te krap of te kort schoeisel zal het probleem verergeren.
Klachten
De symptomen in de beginstadia van de klacht worden voornamelijk gekarakteriseerd met acute perioden van pijn in de voorvoet met uitstralende pijn in de tenen. De pijnaanval treedt altijd plotseling op tijdens lopen/sporten en heeft het karakter van kramp of een snijdende pijn. Het uittrekken van de schoen en het masseren van de voet bezorgt de meest snelle verlichting van de klachten. Op den duur komen de pijnperioden steeds sneller en houden langer aan. De klachten verdwijnen niet meer zo snel door het uittrekken van de schoenen of massage. Op den duur kunnen zenuwverdikkingen (neuromen) zo dik worden dat het onmogelijk wordt om schoenen te dragen en wordt de pijn chronisch.
Podotherapie
Behandeling is er op gericht om de compressie op te heffen en er voor te zorgen dat de zenuw “vrij” komt te liggen. Dit kan door middel van bv. schoenadvies, manipulaties, podotherapeutische inlegzool of een teenorthese.
In de groeifase moet het hielbeen in verschillende richtingen groeien. De groeischijf van het hielbeen bevindt zich aan de achterzijde van het hielbot. Net erboven hecht de achillespees vast en sommige vezels lijken door te lopen tot onder de hak. De buitenste schil van het hielbeen (calcaneus) heet apophyse, zodat een ontstekingsreactie hiervan apophysitis calcanei wordt genoemd. Of ook wel Morbus Sever.
Ontstaan
Morbus Sever komt vaak voor bij (actieve) kinderen tussen 8 en 13 jaar en meer bij jongens dan bij meisjes. Bij kinderen, in deze leeftijdscategorie, komen bij belasting van het hielbeen soms onregelmatigheden in, die nog niet volgroeide, groeischijf voor. Druk op het hielbeen bij het stoten van de voet en veel springen veroorzaken dan pijn en zelfs enige zwelling van de achterzijde van de voet (de hiel). Röntgenfoto’s kunnen de aandoening aantonen, maar vaak zijn de leeftijd van de jonge sporter en de plaats van de pijn al voldoende om de diagnose te kunnen stellen.
Klachten
De pijn kan veroorzaakt worden door: trauma/letsel, overgewicht, op blote voeten lopen of grote lichamelijke activiteiten ( zoals rennen en springen). Tevens kan een afwijkende voetstand van het hielbeen een grotere trekkracht aan de achillespees geven waardoor de hielpijn geprovoceerd kan worden. Sporten zoals basketbal, tennis en voetbal provoceren de klachten. Wanneer de groeischijf zich sluit zal de pijn verdwijnen.
Podotherapeut
De behandeling van deze steriele (=schone) ontsteking van het groeiende hielbot bestaat uit een beperking van de hielbelasting bij sporten. Het is echter wel mogelijk om kinderen zonder pijn te laten sporten. Na een onderzoek kan een podotherapeut bepalen of een schoenadvies (dikkere dempende schoenen), dan wel een podotherapeutische inlegzool voorgeschreven dient te worden. De therapie zal nodig zijn tot het moment dat de groeischijf volgroeid is en de hiel dus de belasting kan dragen.
Als we de wervelkolom aan de zijkant bekijken zien we dat er van nature krommingen inzitten. De kromming naar voren noemen we een lordose, de kromming naar achter noemen we een kyfose. Op het moment dat deze krommingen te groot zijn, spreken we van houdingsafwijkingen. Een versterkte lumbale lordose (sterke holle rug) zien we bijvoorbeeld vaak bij mensen met zwakke buikspieren of tijdens zwangerschap.
Het bekken en het heiligbeen vormen de basis voor de gehele wervelkolom. Tussen het heiligbeen en het bekken liggen twee gewrichten die SI- gewrichten genoemd worden. De SI-gewrichten zijn heel belangrijk voor het zitten, staan, lopen, draaien, enz. Hierbij kan worden opgemerkt dat elke beweging van het bekken met het daaraan vast zittende heiligbeen, een bewegingsverandering in de wervelkolom veroorzaakt.
Ontstaan
Het is niet altijd duidelijk waardoor iemand rugpijn krijgt, maar lage rugpijn ontstaat meestal door overbelasting van de rug en de SI-gewrichten. Denk hierbij aan te vlug of te zwaar tillen of een verkeerde beweging maken (spit). Er kunnen ook factoren aanwezig zijn die bij het staan en lopen al ongunstig zijn zoals een afwijkende voetstand, beenlengteverschil en aangeboren afwijkingen. Meestal is het een combinatie van factoren. Soms is de rugklacht het gevolg van het doormaken van een klacht elders in het lichaam, die we door een aangepast bewegingspatroon proberen te ontzien.
Klachten
Bij sommige mensen is lage rugpijn binnen enkele dagen over, soms duurt het een paar weken. Anderen lopen er al jaren mee. Niet altijd is er een duidelijk aanwijsbare oorzaak. Er zijn niet voor niets zoveel disciplines die zich bezig houden met deze problematiek.
Podotherapeut
De manier waarop de rug belast wordt tijdens staan en lopen kan beïnvloed worden door de stand van voeten en benen. Een standafwijking of afwijkend looppatroon is vaak corrigeerbaar met podotherapeutische zolen. Een stabiele en neutrale stand kan al een groot deel van de lage rugklachten verminderen of opheffen. Daarnaast is het een goede uitgangspositie voor vervolgtherapieën als fysiotherapie, oefentherapie Cesar- Mensendieck en verschillende vormen van manuele therapie. Door een gecorrigeerde stand valt u niet terug in uw oude bewegingspatroon, zodat het effect van de vervolgbehandeling sneller merkbaar is en langer houdt.