De onder- en achterkant van de knieschijf is bekleed met kraakbeen. Het kraakbeen zorgt ervoor dat de knieschijf een glad oppervlak heeft, om bij beweging gemakkelijk in de speciale groeve op het bovenbeen te glijden. Veel knieklachten ontstaan wanneer het kraakbeen van de knieschijf geïrriteerd wordt of gaat slijten.
Oorzaak
De meest voorkomende oorzaak van knieschijfklachten is de manier waarop de knieschijf door de groeve van het bovenbeen beweegt. Dit kunnen we onderverdelen in 3 groepen:
- Dysbalans in de bovenbeenspieren waardoor de knieschijf niet goed spoort in de groeve
- Dysbalans door een afwijkende bot-/skeletbouw; X-benen en O-benen
- Dysbalans door afwijkingen in de anatomische aanleg van groeve of knieschijf; bijv. groeve te ondiep
Bij de eerste twee punten zal de knieschijf een verkeerde trekkracht ondervinden van de bovenbeenspieren. Hierdoor wordt de knieschijf meer naar een van de twee zijden getrokken. Meestal is dit naar de buitenzijde, waar op het kraakbeen meer druk zal ontstaan. In elk geval “spoort” de knieschijf niet meer goed in de groeve.
Klachten
Typerend voor mensen met knieschijfklachten is de pijn bij bergaf en trapaf lopen. Soms kun je de knie horen “knarsen” bij het traplopen of klikt de knie wanneer deze gebogen wordt. Dit komt doordat de ruwe kraakbeen oppervlakken van de knieschijf en de groeve op het femur tegen elkaar schuren. Het kniegewricht kan op deze irritatie reageren met zwelling en ontstekingsverschijnselen.
Podotherapie
Een podotherapeut kan tijdens het onderzoek de stand en afwikkeling van de voet, enkel en knie controleren. Wanneer tijdens het lopen de enkel te veel naar binnen knikt (overproneert) heeft dit effect op de knie. De knie zal daardoor meer naar binnen draaien, hierbij wordt de knieschijf meer naar buiten getrokken en zal tegen de buitenrand van de groeve aan gaan lopen. Dit geeft pijnklachten en op de lange duur mogelijk slijtage van de knie. Ook overdreven naar buiten lopen (supineren) kan dit soort klachten veroorzaken.
De podotherapeut kan de voetstand of voetafwikkeling corrigeren met behulp van podotherapeutische zolen. Vaak werkt de podotherapeut bij deze klachten samen met de fysiotherapeut voor training van de bovenbeenspieren.
Het kniegewricht bestaat uit de verbinding van bovenbeen, scheenbeen en knieschijf, gewrichtsbanden, kruisbanden en menisci. Het kniegewricht is een scharniergewricht, wat betekent dat het kniegewricht in één richting kan bewegen (strekken en buigen).
Het kniegewricht dankt zijn stabiliteit voornamelijk aan de sterke en strakke kniebanden en kruisbanden. Deze banden houden de botstructuren strak bijeen. Wanneer de knie gestrekt is, is het redelijk stabiel door een behoorlijk groot contactvlak van het bovenbeen in de ondiepe kom van het scheenbeen. De menisci dragen door hun vorm en structuur ook bij aan deze stabiliteit en zorgen er voor dat het buigen en strekken soepel verloopt. De gewrichtsbanden aan de zijkanten van de knie zorgen voor de zijdelingse stabiliteit. De kruisbanden, die zich in het gewricht bevinden, zorgen voornamelijk voor de stabiliteit in voorwaartse en achterwaartse bewegingen van de knie. Aan de voorkant van de knie zit de knieschijf. Deze zorgt ervoor dat de grote beenstrekkende spier soepel over de knie kan glijden.
Draaibewegingen in de knie zijn in gestrekte stand zijn bijna niet mogelijk.Wanneer de knie gebogen wordt, ontspannen een aantal structuren in het kniegewricht, zodat de “stijve” knie uit het slot komt en bewegingen toelaat. De knie kan hierdoor optimaal worden gebruikt in samenwerking met de omringende spieren, zoals de bovenbeenspieren. Sprinten, springen, rotatiebewegingen, hurkzit, schijnbewegingen en veel gecombineerde bewegingen zijn dan mogelijk. Pas bij abnormale bewegingen zal er schade kunnen ontstaan.
Oorzaak
De meeste knieklachten ontstaan tijdens het sporten. Soms is een schop tegen de knie of een ongeluk de oorzaak van knieletsel. Maar meestal worden knieklachten veroorzaakt door verdraaiing van de knie. Daarbij blijft het onderbeen staan terwijl de rest van het lichaam één kant opdraait of wanneer de voet vast blijft staan en het onderbeen één kant opdraait. Letsel van de collaterale banden (gewrichtsbanden) komen het meest voor. Knieklachten kunnen ook ontstaan door overbelasting. Bijvoorbeeld wanneer een voet of enkel tijdens het staan en lopen naar binnen zakt, draait ook het onderbeen één kant op. Hierbij raken de binnenbanden van de knie vaak overbelast.
Artrose of slijtage, ook een vorm van overbelasting, zien we vaker bij oudere mensen of bij mensen die in hun leven veel zwaar werk hebben verricht. Door de overbelasting slijt het gewrichtskraakbeen, waardoor het een onregelmatig oppervlak krijgt.
Klachten
Bij blessures of letsels aan de knie zien we vaak een snel optredende zwelling die zeer pijnlijk is. Ook kunnen er klachten zijn van instabiliteit of dat de knie niet meer kan bewegen. Klachten van iemand met artrose zijn: pijn bij bewegen, startstijfheid en een verminderde beweeglijkheid van de knie en verandering van vorm.
Podotherapeut
Een podotherapeut kan tijdens het onderzoek de stand en afwikkeling van de voet, enkel en knie controleren. Wanneer tijdens het lopen de enkel te veel naar binnen knikt of naar buiten, heeft dit effect op de knie en de structuren rondom de knie. De podotherapeut kan dan de voetstand of voetafwikkeling corrigeren met behulp van podotherapeutische zolen en/of u een goed schoenadvies geven.
Baby voeten
De menselijke voet (één van de meest gecompliceerde delen van het lichaam) bestaat uit 28 botjes en daar omheen nog banden, spieren, bloedvaten en zenuwen. Na de geboorte zijn nog niet alle botstructuren in de voet volledig ontwikkeld zoals bij een volwassen voet het geval is. Tevens werken de voet- en beenspieren niet optimaal omdat hun aanhechting nog niet stevig is aan het nog niet volledig ontwikkelde voetskelet. De kindervoet kan dus niet vergeleken worden met een volwassen voet.
De voetjes van een zuigeling hebben vaak een platte vorm doordat er onder de gehele voet een dik vetkussen zit. In de loop van de eerste levensjaren verdwijnt dit vetkussen geleidelijk en komt de voetboog langzaam tot stand. Een kindervoet groeit snel en bereikt gedurende het eerste jaar bijna de helft van de volwassen voet. Baby’s trappelen en spelen graag met hun voeten, waarbij ook de spieren zich ontwikkelen die de voeten voorbereiden op het lopen en dragen van gewicht. Deze bewegingen mogen niet belemmerd worden door te kleine babypakjes met voetjes eraan, te kleine schoentjes, te strakke sokjes of te strak ingestopte dekens.
De eerste stapjes
Rond het eerste levensjaar zal het kind overgaan tot staan en lopen. Dit proces kan en mag niet overdreven gestimuleerd worden. Vergelijkingen met andere kinderen zijn misleidend, omdat die periode kan variëren van 10 tot 18 maanden. Zodra de voet in staat is om het eigen lichaamsgewicht te dragen zal een kind uit zichzelf gaan staan en lopen. Wanneer de eerste stapjes binnenshuis plaatsvinden is het niet nodig om het kind schoenen te laten dragen. Het lopen op blote voeten of op sokjes helpt de voeten en de spieren normaal te groeien en kracht te ontwikkelen. Als er buitenshuis gestapt gaat worden zullen de babyvoetjes natuurlijk beschermd moeten worden in lichtgewicht, flexibele schoenen die gemaakt zijn van natuurlijke materialen.
De groei
Als een kind de voeten belast, zien we geleidelijk een verandering in de stand van de voeten en benen. Eerst staan de voeten uit elkaar met de benen in O-stand om het onzekere voortbewegen te vergemakkelijken. Rond het tweede jaar kan, soms vrij plotseling, een X-stand van de benen ontstaan. In de leeftijdsgroep twee tot en met vijf jaar komt een X-stand van de benen vaak voor. Meestal corrigeert deze stand na het vijfde jaar vanzelf. Omdat een kindervoet zich continu ontwikkelt, is het raadzaam om de schoen- en sokmaten iedere paar maanden te controleren. Het kan nodig zijn deze te vernieuwen, om zo de voeten de ruimte te geven om goed te groeien.
Groeipijn
Het is bekend dat ongeveer 10% van de kinderen last heeft van groeipijnen. Meestal tussen de 4 en 14 jaar. Tijdens of na een groei-spurt kan het voorkomen dat de spieren korter zijn dan de botten. Je zou kunnen zeggen dat de botten sneller groeien dan de spieren. Het zijn soms vervelende klachten maar daar groeien ze weer overheen.
Schoenen
Bij kinderen die nog niet lopen of hiermee net beginnen, is aan te raden om, ruime/soepele schoenen te laten dragen. Op het moment dat ze echt gaan lopen dienen de schoenen aan bepaalde eisen te voldoen:
- Een stevig goed omsloten contrefort (hielpartij)
- Regelbare sluiting hoog op de wreef, om schuiven in de schoen te voorkomen
- 1-1,5 cm lengte- en groeitoegift, voor de groei en afwikkeling van de voet
- Juiste breedte
- Geen hak of een lage brede hak
- Een buigzame loopzool op het punt waar de tenen buigen, voor de afwikkeling van de voet.
Advies voor ouders
Lopen is de beste voettraining. Op blote voeten lopen is goed voor de ontwikkeling van de voeten, al is dat wel afhankelijk van de ondergrond. In onze moderne tijd is niet alles zand en gras, maar vaker beton en asfalt. Onder deze omstandigheden is het raadzaam schoenen te dragen. Kinderen geven niet altijd aan wanneer zij pijn hebben. Vaak geeft een plotseling veranderd looppatroon aan dat uw kind “naar een pijn loopt”. Let dus altijd goed op het gaan van uw kind en neem bij aanhoudende problemen contact op met uw huisarts of podotherapeut. Wanneer kinderen voetpijn aangeven, verzinnen ze dit meestal niet. Neem het serieus en houd in de gaten wanneer, waar en hoeveel pijn er is.
Podotherapeut
Alleen wanneer het kind veel valt of klaagt over pijn in de voeten of benen is er reden voor een onderzoek. Het voert te ver om alle mogelijke afwijkingen te beschrijven. Enkele afwijkingen verdwijnen spontaan, andere vragen om specifieke hulpmiddelen of behandeling. Aangeboren afwijkingen kunnen, indien tijdig herkend, door behandeling geheel of gedeeltelijk herstellen. Een afwijkende voetstand kan verband houden met standsafwijkingen van de knieën en/of heupen. Bij het uitgebreide voetonderzoek zullen dan ook de knie- en heupstand worden bekeken. Hoewel veel voetproblemen ontstaan door blessures, vergroeiingen, ziekte of aangeboren afwijkingen, zal slecht schoeisel de dan al aanwezige factoren verergeren.
Wat is het?
Jicht is een gewrichtsontsteking waarbij urinezuurkristallen neerslaan in de gewrichten, hierdoor kunnen gewrichtsontstekingen ontstaan. Urinezuur is een normaal afvalproduct van onze stofwisseling. Wanneer deze niet goed door de nieren wordt uitgescheiden kan dit in het bloed terecht komen, waardoor jicht kan gaan ontstaan. In 80% van de eerste jichtaanvallen vindt deze plaats in het grote teengewricht. Daarnaast komt jicht met name voor bij mannen vanaf hun 40-50e levensjaar.
Jicht is niet altijd continue aanwezig, het kan in aanvallen voorkomen. Wanneer u naar bed gaat zonder klachten kan u ’s nachts wakker worden met pijn in het grote teengewricht. Naast het grote teengewricht kan jicht ook voorkomen in slijmbeurzen en pezen of in de gewrichten van de handen, polsen, knieën of enkels.
Oorzaak
Normaal gesproken lost urinezuur op in de bloedbaan en plassen we het gewoon uit. Door allerlei oorzaken kan het gebeuren dat iemand te veel urinezuur in zijn bloed heeft. Het lichaam maakt dan te veel urinezuur aan of voert te veel urinezuur aan, of het lichaam voert te weinig urinezuur af.
Symptomen
Een acute aanval is te herkennen aan roodheid, warmte zwelling en pijnklachten. Op dit moment kan er ook geen laken op de voet verdragen worden. De huid om het gewricht zal tijdens een aanval in eerste instantie rood en glanzend zijn. Na de aanval, bij het afnemen van de zwelling, kan deze schilferig worden. Jicht wordt behandeld middels medicatie waarbij de urinezuurspiegel in het bloed genormaliseerd wordt.
Podotherapeut
Wanneer een gewrichtsontsteking aan de voet is, kan dit irritatie geven in de schoen of tijdens lopen. Een Podotherapeut kan met u mee kijken voor een therapie die verlichting geeft aan de voeten.
Ischias is een irritatie of ontsteking van de grote zenuw (nervus ischiadicus) die van de lage rug via de heup naar de voet loopt. Ischias wordt veroorzaakt door een directe druk op deze zenuw.
Oorzaak
Vaak worden de problemen veroorzaakt door een veranderde functie of stand van de lage rug, het bekken of het been. Irritatie en uiteindelijk ontsteking van de ischias-zenuw is vaak te wijten aan overbelasting van de onderrug, problemen met wervels of tussenwervelschijven, artrose en artritis (gewrichtsontsteking) in de lage rug en het bekken. Naast deze aandoeningen van de wervelkolom kan ischias ook veroorzaakt worden door bovenmatige inspanning, inklemming in de bilregio, overgewicht en slechte conditie of houding.
Klachten
Kenmerkend zijn stekende of brandende zenuwpijn in de bil en uitstralende pijn in het been. De diagnose ischias en hernia worden vaak door elkaar gehaald, aangezien de klachten veel op elkaar kunnen lijken.
Podotherapeut
Een podotherapeut kan onderzoeken of uw rugklachten een oorzaak hebben in een verkeerde voetstand, beenlengteverschil, afwijkingen in het looppatroon. De podotherapeut kan u een gericht advies geven met betrekking tot de dagelijkse bezigheden of een passend schoenadvies. Daarnaast kan de podotherapeut middels een zooltherapie uw voetstand corrigeren of een beenlengteverschil compenseren.
Oorzaak
Een van de oorzaken van een ingegroeide nagel is een afwijkende vorm van de nagel. Als een nagel boller loopt dan normaal, ontstaat er meer druk in de nagelwal en kan er eerder een irritatie ontstaan. Het verkeerd knippen van de nagels is ook een veel voorkomende oorzaak. De nagel moet altijd recht afgeknipt worden. De nagelhoeken mogen niet in de huid “weggedoken” zitten maar moeten aan de voorkant van de teen een beetje zichtbaar zijn. Transpirerende voeten maken de huid week en daardoor extra kwetsbaar. Het dragen van te krappe schoenen geeft teveel druk op de nagels. Tijdens bepaalde sporten (zoals voetbal en ballet) ontstaat er ook veel druk op de tenen en de nagels.
Klachten
Een veel voorkomende klacht is het ingroeien van de nagels, met name de nagel van de grote teen. Bij een ingegroeide nagel drukt een scherpe nagelpunt in de huid, of knijpt de nagel door steeds ronder worden diep in de nagelwal. Doordat de nagel erg hard is, kan de huid beschadigen en ontstoken raken. Een pijnlijke zwelling aan de rand van de nagel is het gevolg. Vaak is er geen sprake van een ingegroeide nagelpunt, maar is de nagelwal alleen fors geïrriteerd. Hierbij kunnen dezelfde ontstekingsverschijnselen aanwezig zijn.
Podotherapeut
Een podotherapeut zal altijd proberen de oorzaak van het ingroeien op te sporen. Als er een nagelpunt in de huid zit, wordt deze door de podotherapeut verwijderd. De eventueel aanwezige ontsteking wordt behandeld. De podotherapeut zal adviezen meegeven over de juiste verzorging van de nagels en indien nodig een schoenadvies.
Ook kan een nagelbeugel (orthonyxie) voor een te bolle of ingroeiende nagel een oplossing zijn. Hierbij wordt een beugeltje op de nagel geplaatst om de druk van de nagel uit de nagelwal weg te halen. In sommige gevallen kan hier de vorm van de nagel blijvend mee gecorrigeerd worden. Zodra de klachten verdwenen zijn kan het verstandig zijn om de verdere verzorging van de nagels aan een voetverzorger (pedicure) over te laten. Vooral als nagels afwijkend van vorm of moeilijk te knippen zijn, kan hierdoor herhaling van de klachten voorkomen worden.
De hiel is een groot en stevig bot dat een belangrijke functie heeft bij het staan en bij het afwikkelen van de voet tijdens het lopen. Het hielbeen heeft een direct gewrichtscontact met het sprongbeen, dat een belangrijk onderdeel van het enkelgewricht vormt.
Het hielbeen heeft ook een gewrichtsvlak met een der middenvoetsbeenderen en het vormt een aanhechtingspunt voor een aantal enkelbanden en pezen in de voet. Klachten/blessures aan de hiel komen het meest voor op twee voorkeursplaatsen. Dit zijn: pijn aan de achterzijde van de hiel en pijn aan de onderzijde van de hiel. De klachten die aan de onderzijde van de hiel gelokaliseerd zijn zullen nader worden besproken.
Calcaneodynie
Het vetkussen, dat zich onder de hiel bevindt, zorgt voor een goede demping tijdens het staan en lopen. Maar dit vetkussen verliest, naarmate we ouder worden, deels zijn functie. Dit betekent dat het vetkussen dunner wordt en het dempend vermogen vermindert, waardoor het hielbeen overbelast of geïrriteerd kan raken.
Hielspoor
Een hielspoor is een uitgroeisel van botweefsel aan het hielbeen in de vorm van een kromme doorn. Een hielspoor bevindt zich vaak daar waar de peesplaat zijn aanhechting heeft op het hielbeen. Dit is met röntgenfoto’s aan te tonen. Indien er op de röntgenfoto geen afwijkingen te vinden zijn dan is er eerder sprake van een irritatie of ontsteking van de peesplaat. De pijnplaats bij een hielspoor is vaak met één vinger aan te wijzen.
Peesplaatontsteking
Dit peesblad (fascie) loopt naar de tenen toe en waaiert uit tot de kopjes van de middenvoetsbeentjes. Het steunt het lengtegewelf van de voet ter hoogte van de zool en vergroot als gespannen band de afzetkracht van de voet tijdens hardlopen en springen. Het peesblad is niet erg elastisch, omdat anders de voet fors zou doorzakken bij het staan en de afwikkeling verstoord zou raken. Een peesplaatontsteking (plantaire fasciïtis) wordt meestal veroorzaakt door een te grote trekkracht aan de aanhechting van de peesplaat onder de voet.
Klachten hielspoor en peesplaatontsteking
Het is soms moeilijk om deze klachten van elkaar te onderscheiden, omdat ze nagenoeg dezelfde symptomen hebben en zich op dezelfde plaats manifesteren.
Meestal is er een scherpe pijn bij het staan en een branderig en stijf gevoel vanaf de hiel door de voet heen. Ochtendstijfheid en stijfheid na rust zijn karakteristiek, zoals bij veel peesontstekingen, evenals de startpijn gedurende de eerste meters lopen. Afhankelijk van de ernst zal er ook pijn ervaren worden tijdens het lopen.
Podotherapie
Als de klachten ontstaan door een verkeerde voetstand, afwikkeling of belasting van de voet heeft een podotherapeut verschillende therapiemogelijkheden te bieden. Daarbij moet men denken aan correctiezolen, schoenadvies, tijdelijke ontlasting (tape en/of zool) eventueel in combinatie met fysiotherapie.
Wat is het?
De heup bestaat uit een heupkom en een heupkop. Wanneer het laagje kraakbeen op de heupkop slijt, is er meestal sprake van heupartrose. Heupartrose is een degeneratieve gewrichtsziekte die ervoor zorgt dat het kraakbeen in het heupgewricht dunner wordt en dat het gladde oppervlak van het kraakbeen onregelmatig wordt. Ook kunnen de gewrichtsranden verdikken. Let op: vaak wordt heupartrose als een vorm van slijtage bestempeld, maar het is beter om heupartrose als een verandering van het kraakbeen te zien.
Oorzaken
Artrose in de heup kent verschillende mogelijke oorzaken. Enigszins algemeen geformuleerd ontstaat heupartrose doordat de weefselbeschadiging niet meer hersteld kan worden door het lichaam. Mogelijke aangeboren oorzaken zijn congenitale heupdysplasie (ondiepe heupkom en een meer normale heupkop) en Congenitale heupluxatie (verplaatste heupkop). Andere verworven oorzaken zijn bijvoorbeeld de ziekte van Perthes of Reumatoïde artritis (ontsteking van de gewrichten).
Functioneel beenlengteverschil als oorzaak van heupartrose
Een functioneel beenlengteverschil kan ontstaan doordat de gewrichten van de benen of de voeten niet gelijk staan. Zo kan door een verschil in houding of beweging in een of meer van deze gewrichten het ene been langer uitvallen dan het andere. Het lange been geeft dan aanleiding tot een hogere druk in het heupgewricht. Deze hogere druk kan dan leiden tot slijtage in de heup.
Anderzijds kan heupartrose juist ook de oorzaak zijn van een beenlengteverschil. De zijde van de heup die versleten is wordt namelijk meestal minder belast. Er wordt dan echter gesproken van een schijnbaar beenlengteverschil.
Symptomen
Artrose in de heup kent verschillende symptomen, waarvan pijn wellicht de vervelendste en meest voorkomende is.
Wie last heeft van heupartrose, kan te maken hebben met:
- Bewegingsbeperking
- Crepitaties (krakende geluiden bij het bewegen)
- Gewrichtsstijfheid
- Hydrops (intra-articulaire zwelling)
- Instabiliteit
- Ontstekingen
- Gewrichtspijn
- (Soms) pijn in de lies of bil
- Stramheid en langdurige ochtendstijfheid zijn belangrijke kenmerken van artrose in de heup.
Bij stramheid komt de heup na een poosje rust met moeite op gang.
Podotherapie
Alleen als een functioneel beenlengteverschil de veroorzaker is van heupartrose kan een podotherapeut hierbij van betekenis zijn. De podotherapeut kan dan aan de zijde van het kortste been een hakverhoging of een voetstandcorrectie aanbrengen.
Hamertenen zijn tenen, waarvan de gewrichtjes gebogen zijn. De reden hiervan is meestal een dysbalans tussen de buigspieren en strekspieren van de tenen. Dit ontstaat bijvoorbeeld door verkeerde schoenen, gewrichtsontstekingen, afwijkende voetstand met afwijkend looppatroon, breuk, etc.
Er zijn 2 typen hamertenen, gebaseerd op de beweging in de gewrichten, te weten:
- flexibele
Een flexibele hamerteen is er een met flexibele teengewrichten die je met behulp van je vingers kunt strekken. Doorgaans zijn flexibele hamertenen minder pijnlijk dan rigide. - rigide (stijve)
De rigide hamerteen is dus niet met je vingers te strekken. De rigide hamerteen kan erg pijnlijk zijn en loopvermogen ernstig beperken.
Op de hamertenen ontstaan vaak pijnlijke likdoorns, doordat ze tegen de schoen drukken en schuren. De hamertenen zorgen ook voor meer druk onder de voorvoet, deze kunnen daardoor overbelast raken. Likdoorns die op de hamertenen ontstaan kunnen door een gediplomeerd pedicure verwijderd worden. Blijken deze likdoorns snel terug te komen, dan kan een podotherapeut hier oplossingen voor bieden.
Podotherapeut
De oplossing is afhankelijk van het soort hamerteen. Flexibele hamertenen kunnen vaak goed behandeld worden met een soepele orthese van siliconen. Deze orthese zorgt ervoor dat de tenen gestrekt worden. Therapie van een rigide hamerteen is meestal meer gericht op protectie (=bescherming). Een strekkend effect is moeilijk te bereiken, dus het doel zal dan zijn protectie en behoud van de huidige stand. Pijnlijke voorvoeten als gevolg van hamertenen kunnen behandeld worden met een orthese of met een drukontlastende podotherapeutische inlegzool. Soms is het nodig om een hamerteen te opereren. Operaties vinden plaats in het ziekenhuis.
Het vormen van eelt is een natuurlijke reactie van het lichaam om de huid te beschermen. Eelt is een beschermende verdikking van de huid die ontstaat door abnormale druk en wrijving.
In delen van de wereld waar mensen veel blootsvoets lopen, kan een dikke laag eelt ontstaan onder de voet, waardoor er een beschermende laag ontstaat. In andere delen van de wereld, waar mensen meer op schoenen lopen, kan eelt onder de voeten juist een probleem zijn. Eelt vind je meestal onder de bal van de voet en op de hiel. Deze plaatsen dragen de meeste druk tijdens het staan en lopen. Wanneer het eelt dikker wordt, drukt het harde eelt de zachte huid tegen het dieper gelegen bot en wordt de huid als het ware geknepen.
Likdoorns
Likdoorns zijn verdikte (eelt)plekken van de huid die gevormd worden als reactie op extreme plaatselijke druk en wrijving. Ze zijn het resultaat van het beschermingsmechanisme van het lichaam om de huid en onderliggend weefsel te beschermen. Likdoorns zijn meestal hard en rond van vorm.
Ontstaan
Eelt onder de voet is meestal het gevolg van verkeerd bewegen op de voet. Bijvoorbeeld door een afwijkende voetstand of teenstand, maar ook als gevolg van andere klachten (knie-, heup-, rugklachten) waardoor er een ander looppatroon ontstaat met veel druk en wrijving. Verkeerde of slecht passende schoenen veroorzaken ook vaak eelt, met name op de tenen.
Klachten
Overmatige eeltvorming kan verschillende klachten geven uiteenlopend van branderigheid tot stekende pijn. Wanneer er een op een klein gedeelte van de voet extra hoge drukkrachten plaatsvinden kunnen er likdoorns/eksterogen ontstaan. Het eelt wordt op die plaats dus naar binnen gedrukt en er ontstaat een soort “doorntje”. Een likdoorn = eksteroog = eeltpit, kan erg pijnlijk zijn.
Podotherapeut
Herhaaldelijk terugkerende likdoorns op de voet zijn aanleiding om een podotherapeut te bezoeken. De podotherapeut heeft hier vaak passende oplossingen voor: dit kan zijn door een instrumentele behandeling aangevuld met een zooltherapie bij een verkeerde voetstand of looppatroon, of een teenstukje (=orthese) van siliconen bij een verkeerde teenstand.